De Vruchtbare Sikkel

Syrië en Jordanië

AndersdanAnders

home

fotos


Dag 1 - 6 juli

We gaan naar het Midden Oosten op reis. Een regio die nu niet bepaald de laaste jaren gunstig in het nieuws kwam. Maar de dia voorstelling en het enthousiaste commentaar van Jan, de reisleider hebben ons over de streep getrokken. We landen op de luchthaven van Damascus met Austrian Airlines, op de tonen van de Schönen Blauen Donau. We worden opgewacht en verwelkomd door een dame, Marcelle, Syrische met Libanese roots, christen en plaatselijke gids. We zijn vroeg genoeg om er nog een kleine stadsrondrit aan te breien. We tuffen de Kassioenberg op, van waarop je een mooi uitzicht hebt over de miljoenenstad. Het presidentiele paleis ligt wat afgezonderd op een andere heuvel, het monument voor de gevallenen van de diverse oorlogen is van ver zichtbaar.
  In het oude stadsgedeelte krijgen we een welkomstdrankje aangeboden en dan naar het hotel, het Ebla Cham Palace, een joekel van een hotel maar met niet al te veel gasten, het buffet aan het zwembad is zo goed als voor ons alleen.

Dag 2 - 7 juli

Damascus, heeft de eer de oudste en continu bewoonde stad te zijn ter wereld, vanaf 5 à 6000 jaar voor Christus. Alles begon ooit met een kleine oase. Er is hier al veel volk over de vloer geweest en in het Nationaal Museum komt dat ruim aan bod.
  Een voormalig derwisjenklooster dat ook dienst deed als karavanserai huisvest nu tal van kleine winkeltjes met allerlei moois voor de toerist.
  We eten in een typisch restaurant in de oude stad en wandelen verder naar de citadel, met het heroische standbeeld van Saladin, zijn mausoleum en de grote Omajjadenmoskee. Om die te bezoeken mogen de dames van ons gezelschap zich zedig wikkelen in grote kapmantels. Eerst een Romeinse Jupitertempel, dan een christelijke basiliek en uiteindelijk een moskee, allemaal op dezelfde plek. Nu is het in ieder geval een enorm gebouw, prachtig gedecoreerd met een paar aardigheidjes; er zijn 2 schrijnen die respectievelijk de afgehakte hoofden van Johannes de Doper en Hussein ibn Ali, de kleinzoon van de Profeet bevatten. De schrijnen kun je bezoeken, de hoofden zijn discreet aan het oog onttrokken.
  We lopen verder door de souks en bezoeken nog een andere moskee, uitzonderlijk ter ere van een vrouw dit keer, namelijk de dochter van Hussein ibn Ali die stierf van verdriet toen ze zag dat papa z'n hoofd verloor.
  Terug naar het hotel. Buffet is weer aan het zwembad, evenveel volk maar met daarbij een stijve bries die er voor zorgt dat we de maaltijd snel afwerken.

Dag 3 - 8 juli

We rijden naar het noorden, naar Maulula, een christelijk dorp in de bergen waar men het Aramees, de oorspronkelijke taal van Christus, nog spreekt. Lange tijd was het afgelegen en moeilijk bereikbaar. Nu niet meer. Ontdekt door de toerist en de Syrier die van de frissere berglucht wil genieten, er loopt een goeie weg naar toe en er wordt duchtig bijgebouwd. In een klein 4e eeuws koepelkerkje, ter ere van Sergius en Bacchus, Romeinse soldaten die als christelijke martelaren stierven laat een jonge dame ons horen hoe een Aramees gebed klinkt. En dat is inderdaad... onverstaanbaar.
  En dan is er het klooster van de heilige Taqla, schoolvoorbeeld van kuisheid, en we wandelen door de kloof die er, volgens de legende, voor zorgde dat ze kuis en maagd bleef, allicht in die volgorde.
  We trekken verder de bergen in naar de "Krak des Chevaliers" een machtig kruisvaarderskasteel. Dixit T.E. Lawrence "het mooiste kasteel ter wereld". Als de man bedoelde "in dit deel van de wereld" had hij meer dan gelijk. Waarlijk het is majestueus. Gelegen op een heuvel beheerst het de ganse omgeving. Voor we het bezoeken lunchen we in een restaurant met zicht op het kasteel, lekker eten en een kleurrijke waard. Het kasteel zelf is goed bewaard, de gewelven, de muren, de bastions. Het werd tenslotte aan het eind van de kruisvaarders era aan de moslems afgestaan in ruil voor vrije aftocht. Van op de wallen en de donjon is het uitzicht over de wijde omgeving uiteraard geweldig.
  Jan, de reisleider, is niet alleen historicus maar ook levensgenieter en weet waar er een gezellig cafeetje te vinden is. Ook hier in een nabijgelegen dorpje waar we verwacht worden met de nodige versnaperingen, arak, wijn of bier en waar de plaatselijke barbier sommige mannen (niet allemaal!) een scheerbeurt mag geven.
  Overnachten doen we in het stadje Safita in het Safita Cham hotel, dat we schijnbaar weer helemaal voor ons alleen hebben.

Dag 4 - 9 juli

We rijden verder naar het noorden, naar Latakia aan de Middellandse Zee. Een van de weinige stukjes kust dat Syrië heeft. We stoppen eerst in Tartus, een kort bezoek aan een voormalige kathedraal, nu museum en dan naar de haven waar we met een klein bootje naar het eiland Arwad varen, het enige eiland dat Syrië heeft, en ooit het laatste bolwerk van de kruisvaarders voor ze ook hier buitenvlogen. Hier worden die bootjes nog op traditionele manier in mekaar gestoken. Van de oude Fenicische haven schiet weinig over. Dan naar Amrit, ook een Fenicisch overblijfsel, waar ze een tempel bouwden en een eind verder een necropolis met een paar monumentale monolieten ter ere van de overledenen.
  Na de middag stoppen we aan het "Zwarte kasteel van Marqab". Het veranderde dikwijls van eigenaar, en ook de Johannieters waren hier ooit de baas. Wat er van overblijft is nog altijd indrukwekkend, en vanop de wallen heb je weer een fantastich uitzicht over de omgeving en de kuststrook.
  We arriveren vroeg genoeg in het hotel in Latakia om nog een beetje strandplezier mee te pikken. We zijn hier dit keer niet alleen, er is flink wat volk dat zowel in bikini, bourkini als zwaar gesluierd rondloopt.

Dag 5 - 10 juli.

Een kamer met zicht op de zee en het zwembad heeft ook nadelen. Tot 02:00 is het daar feest geweest, met muziek en jankend gezang en we beginnen een beetje knorrig aan een tocht door de bergen naar de Qal'at Salah ad-Din of Saladins burcht. Niet omdat hij het bouwde, maar omdat hij het veroverde is het naar hem genoemd. Door de Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed, ligt de ruïne hoog, groot en mooi te wezen op een heuvel. De weg erheen is zo steil dat ons busje het niet aan kan en we stappen over op kleinere exemplaren. De vrijstaande rotsnaald diende als stut voor de ophaalbrug, en ongelooflijk maar waar, de rest van de vestinggracht (28m diep x 18m breed x 150m lang) werd door de byzantijnen uitgehakt uit de rotsen. De muren hoog boven ons zien er echt imposant uit. Voor de ingang, moet je nog hoger langs een hele rits trappen. Prachtig panorama over de bergachtige en bosrijke omgeving natuurlijk.
  Om 16:30, als de grootste hitte voorbij is gaan we naar het nabije Ugarit waar een enorm kleitablettenarchief met het spijkerschriftalfabet werd gevonden. Zeggen dat Ugarit oud is, is een open deur instampen want haar geschiedenis gaat terug tot 7000jaar voor onze tijdrekening. Ongeveer rond 1200 v.C. werd ze veroverd, vernietigd en verlaten tot ze in 1928 bij toeval herontdekt werd. Een beetje fantasie is nodig maar de wetenschap dat het hier om zo'n belangrijk vroeg handelscentrum gaat waar dan nog de basis van ons alfabet werd gelegd geeft er een extra dimentie aan.

Dag 6 - 11 juli

Weer geteisterd to 02:00h met nog een paar bisnummertjes extra. We gaan vandaag naar Aleppo maar bezoeken eerst het antieke Apamea, een romeinse stad die tot 200.000 inwoners telde en waar Belgische archeologen de opgravingen deden. Mozaïeken zijn tentoongesteld in een Ottomaanse karavanserai.
  De blikvanger in Apamea is de grote Romeinse straat van bijna 2km lang die uit zo'n 1200 Corintische zuilen bestond. Aardbevingen zorgden voor de meeste verwoestingen maar wat rest is nog steeds imponerend. En dan naar Aleppo waar we het Nationaal Museum bezoeken. De beelden aan de ingang zijn replicas en binnen vindt je voorwerpen uit de bronstijd en ijzertijd, maar leuk is dat je hier een aantal kleitabletten uit Ugarit in detail kunt bekijken. Je vraagt je af hoe men daar in godsnaam wijs uit geraakte.
  Het is "bloody hot" en we gaan naar het Baron-hotel om in de bar iets te drinken. Hier verbleven beroemdheden als Ataturk Mustapha Kemal, T.E. Lawrence, Lindbergh en Agatha Christie en we mogen de kamers bezoeken waar respectievelijk Lawrence en Lindbergh ooit logeerden. Die van Agatha Christie was bezet. Nostalgie is mooi maar toch maar liever het nieuwe Sheraton hotel waar wij inchecken. Modern, luxueus, klasse.

Dag 7 - 12 juli

Om te beginnen rijden we naar de Eufraat met aan de oever een groot en monumentaal Arabisch fort. Hoe belangrijk het water van deze historische rivier is voor deze regio, is wel duidelijk.
  Van daar rijden we naar Qala'at Samaan of het Simeonklooster maar onderweg stoppen we nog eventjes om een eindje over een stuk authentieke, door de Romeinen aangelegde heirbaan te wandelen. Het klooster is gewijd aan Simeon de Pilaarheilige, een extreem ascetische kloosterling. Om te ontkomen aan opdringerige bewonderaars ging hij op een pilaar zitten en bleef daar 42 jaar tot aan zijn dood (zou nu goed zijn voor het Guinness Book). Het werd een bedevaardplaats en na zijn dood werd het enorme kloostercomplex of martyrion door de Byzantijnse keizer gebouwd. Van zijn pilaar is nog maar een kleine stompel over. Het geheel is nu een ruïne, maar de grootsheid druipt er nog steeds van af. Pikant detail : om zijn extreem strenge levenswijze werd hij daarvoor ooit uit het klooster gegooid.
  Reizigersdiarree heeft z'n intrede gedaan en ik heb ook van de veeg, het diner in een Armeens restaurant is dan ook een maat voor niets voor mij. En de Armeense schonen, die zo lyrisch beschreven werden door Jan, hadden ook hun kat gestuurd.

Dag 8 - 13 juli

Een nachtje en een dosis immodium later hebben mijn darmen besloten om braaf te zijn. Maar goed ook, want we bezoeken de machtige citadel van Aleppo. Dikwijls belaagd door de kruisvaarders maar altijd een lange neus kunnen zetten, behalve tegen Timoer Lenk, de mongoolse krijgsheer die de boel grondig vernielde. Dat je van op de wallen een geweldig uitzicht hebt over Aleppo spreekt voor zich.
  Het is zondag vandaag en we gaan naar de mis! In de Armeense wijk gaan we een kerkdienst bijwonen, tenminste voor een deel er van want zoiets kan wel wat uitlopen. Een man aan het altaar en een (onzichtbare) dame op het hoogkoor zorgen voor prachtig gezang, waar je met plezier naar luistert. De preek in het Armeens daarentegen is van een ander kaliber maar duurt gelukkig niet lang.
  We verlaten de kerk, pikken een drankje mee in het restaurant waar we vanavond gaan eten en keren terug naar het hotel voor een lunch in het italiaanse restaurant. Heel lekker.
  We trekken naar de souks, passeren nog eventjes langs een middeleeuws gesticht voor zwakzinnigen, waar men nu in de cellen beroemde historische islamitische geleerden, filosofen, astronomen en dokters opvoert en dan is het shopping time. Winkeltjes met specerijen, Aleppo zeep, waterpijpen, sjaals, snoep en pikante lingerie dat door dames in het zwart gretig gekeurd en gekocht wordt. We bezoeken hier ook de Ommajjaden-moskee, dit keer zonder verzameling afgehakte hoofden, maar met mooie luchters en waar onze dames zich weer zedig moeten hullen in lange kapmantels.
  's Avonds wandelen we terug de oude binnenstad in voor het diner in een lokaal restaurant.

Dag 9 - 14/7

We rijden naar Palmyra van de legendarische koningin Zenobia, die op het hoogtepunt van haar macht Rome naar de kroon stak maar uiteindelijk toch de duimen moest leggen. We bezoeken Qasr Ibn Wardaan, paleis, kerk en garnizoen gebouwd door een Byzantijnse keizer, om de bedouinen wat in toom te houden. Met een beetje fantasie erken je inderdaad de elegantie die er van uitgaat. Het is gloeiend heet buiten, maar in de overdekte gewelven is het aangenaam vertoeven.
  Mensen wonen hier ook nog veel in een soort bijkorf-achtige woningen en daar mogen wij ook eens een kijkje in nemen. De lemen koepels houden het binnen verrassend koel.
In het stadje Hama staan nog een paar reusachtige houten waterwielen die gebruikt werden om het water naar hoger gelegen gebieden over te hevelen.
  Dan zitten we volop in de woestijn of liever de steppe waar dromedarissen vrij rondlopen om te grazen.
  Rond 16:00 arriveren we in Palmyra, het is nu minder heet en het licht is beter voor een wandeling door deze, door Unesco als werelderfgoed uitgeroepen, antieke stad. Terecht! Op een nabije heuvel waakt een middeleeuwse burcht over de ruines. In de omgeving staan grote torengraven, je hebt de grote collonade straat, het restant van een enorme tempel van de god Baäl, verschillende overblijfsels van huizen met zuilengalerij, en een goed bewaard theater. Er lopen geen hordes toeristen rond, de verkopers van allerlei prullaria die op brommers rondsnorren vallen je niet al te veel lastig, en er zijn dromedarissen voor handen voor een ritje door de ruïnes.
  Logeren doen we in het Semiramis Palmyra hotel, dat we met z'n achten weer helemaal voor ons alleen hebben. We dineren in een plaatselijk restaurant met daaraan gekoppeld nog een bedouinen show, vooral leuk omdat een familie Syriërs bij de eerste tonen van de muziek op de dansvloer springt. Onze jongste deelneemster wordt daarbij uitgedost als een bedouinen bruid en de heren der schepping kunnen genieten van en lurken aan een waterpijp.

Dag 10 -15/7

We gaan terug om vooral de Baäl tempel te bezichtigen. Die is enorm. Je voelt je echt wel wat nietig bij de reusachtige zuilen en poort. Een miniatuur in het museum geeft je een goed beeld hoe het er ooit uitzag en de wijze waarop Jan met verve vertelt kan je bijna de hogepriesters zien lopen.
  We moeten nog naar de torengraven. Daar werden de doden netjes onder en naast mekaar in speciaal daarvoor voorziene openingen geschoven. Enkele torens staan nog overeind maar allemaal werden ze natuurlijk met veel ijver geplunderd.
  We rijden nu terug naar Damascus langs de woestijnweg die ook naar Bagdad voert, maken nog een stop in het "Bagdad cafe" voor een drankje en een plasje en nemen voor een nachtje nog eens onze intrek in het Ebla Cham Palace.

Dag 11 - 16/7

Vandaag verlaten we Syrië en rijden we naar Jordanië. Eerst stoppen we nog in Bosra, een Romeinse garnizoenstad, waar tussen de ruines mensen nog altijd wonen. Het ziet er allemaal een beetje troosteloos uit, omdat de meeste gebouwen weer uit de zwarte basaltstenen zijn opgetrokken. Dat neemt niet weg dat er verschillende schilderachtige plekjes zijn en er is een fantastisch Romeins theater, ongelooflijk goed bewaard, waarrond een Arabisch fort werd gebouwd.
  Aan de grens nemen we afscheid van onze Syrische gidse, Marcelle en dan passeren we een hele reeks checkpoints, waar zwaar bewapende militairen alles en iedereen grondig controleren. Fotograferen streng verboden! Wij komen er zonder veel problemen doorheen, en maken kennis met onze Jordaanse gids, een jongeman van om en bij de 2 meter luisterend naar de moeilijke naam van Moaiad en worden we welkom geheten in de "Hashemite Kingdom of Jordan".
  Onze eerste stop is in de stad Jerash. Ook dit was weleer een grote Romeinse stad. Er wordt veel geld tegenaan gegooid voor de restauratie. Jordanië is duidelijk welvarender dan Syrië. De triomfboog van Hadrianus, de tempel van Zeus en de tempel van Artemis, het ovale forum, in de hippodroom worden zelfs wedstrijden gehouden met strijdwagens voor de toeristen en in het theater brengen oud leden van de Desert Patrol doedelzakmuziek ten beste.
  Ons hotel is het SAS Radisson hotel en vanop het restaurant op de 13e verdieping ligt Amman by night aan je voeten.

Dag 12 - 17/7

We houden het wat rustig vandaag. Vanop de oude citadel krijg je weer een panoramisch overzicht over Amman, in 1900 3000inwoners, in 2008 2miljoen en in het kleine museum liggen enkele van de legendarische Dode Zee Rollen.
  Petra Tours, de lokale agent, heeft voor een klein roos busje gezorgd, maar afgezien van de schattige kleur is het vooral nogal oncomfortabel met weinig beenruimte. We bezoeken vandaag wat genoemd wordt de "woestijnkastelen".
  Beginnend met de Qasr Azraq, waar T.E. Lawrence in 1917 tijdelijk z'n hoofdkwartier maakte. Dan naar Qasr Amra, gebouwd in de 8ste eeuw door de moslim Ommajjaden vorsten voor de jacht en het plezier. De naakt frescos liegen er niet om, wat zij met "plezier" bedoelden. En tenslotte Qasr Kharana. Het ziet er uit als een fort maar het zou ook gebruikt zijn als een caravanserai. Je hebt een ononderbroken zicht kilometers in de omgeving met enkel kleine zandhoosjes in de woestijn.
  Nog een lekkere pint in een omgebouwde caravanserai, en dan terug naar het hotel.

Dag 13 - 18/7

We rijden terug naar het noorden voor een bezoek aan de ruines van een hellenistisch paleis, gebouwd met enorme blokken en vernield door een aardbeving. Vandaar naar het antieke Pella vanwaar je een zicht hebt op het meer van Tiberias en de beruchte Golanhoogvlakte, allebei in Israelische handen na de oorlog van 1967. De Jordaan zie je niet want die is ook op Israelisch grondgebied, en de vallei van de Yarmoek aan de Jordaanse kant staat vol militaire checkpoints en er mag niet gefotografeerd worden. Je ziet alles vluchtig en van heel ver en alhoewel het voor deze regio allemaal brandend actueel en belangrijk is, laat het voor ons niet echt een geweldige indruk na.

Dag 14 - 19/7

We verlaten Amman en gaan richting Dode Zee. Op de berg Nebo waar volgens de Bijbel, God aan Mozes het beloofde land toonde, zou hij ook begraven zijn, alleen weet niemand waar. Zeker is dat je van hier uit weer een geweldig uitzicht hebt. Van hier zou je de stad Jericho op de West Bank zien liggen en bij helder weer Jerusalem maar dat zit er niet in want te mistig.
  We stoppen voor een atelier waar mozaïek gemaakt wordt. Prachtige stukken, waar soms maanden van intensieve arbeid aan voorafgaat en in het stadje Madaba ligt een antieke kaart van het Heilig Land in mozaik op de vloer van de Sint Joriskerk
  We arriveren aan de Dode Zee, 400m onder de zeespiegel en het luxueze Movenpick hotel. Het water is 30º en lekker warm, je wandelt er in, je benen floepen van onder je lijf en je drijft op je rug. Zwemmen kan zo goed als niet, maar het hoeft ook niet je blijft gewoon drijven. Een heel speciale gewaarwording want zelfs je benen laten zakken om recht te staan is niet makkelijk, je peddelt naar de kant en kruipt er dan uit. Een ander speciale gewaarwording is wanneer je zo'n zoute druppel in je oog of je mond krijgt! Het zwarte slijk uit de Dode Zee, heeft een helende werking, maar behalve dat je er goed smerig van wordt heb ik niks speciaals gemerkt.

Dag 15 - 20/7

We rijden zuidelijker op de "Oude Koninklijke Weg" richting Petra en we verlaten die voor een kleine omweg naar Al-Lahun, waar een Belgisch team opgravingen doet, maar wij zijn meer geinteresseerd in het fantastische uitzicht dat we hebben op de Wadi Mujib een enorme canyon die uiteindelijk uitmondt in de Dode Zee en die, op sommige plaatsen tot 900m boven de zeespiegel komt. Het water wordt opgevangen door een stuwdam.
  We bezoeken nog een kruisvaardersburcht, het kasteel van Kerak, waar de infame Renaud de Châtillon een tijdje de wrede plak zwaaide. De Dode Zee die je van op de muren zou moeten zien, blijft voor ons verborgen door de mist die er over hangt. Via de Wadi Moussa (vallei van Mozes) arriveren we in het nieuwe Petra en in de Movenpick Petra.

Dag 16 - 21/7

Langs een panoramische weg, vol met grillige rotsen, eentje lijkt zelfs op een olifant, rijden we naar het kruisvaarderskasteel Shaubak gebouwd door de eerste koning van Jeruzalem Boudewijn I. Als de grootste hitte wat achter rug is gaan we naar "Little Petra" of Siq Al- Barid, vlakbij. Een kleine opwarming voor morgen. Vermoedelijk was dat een soort buitenwijk van Petra en je bereikt het ook door een smalle kloof.
  In de omgeving bivakkeren bedouinen en de kinderen komen ons enthousiast begroeten met een liedje. Vlakbij zijn er opgravingen en staat er een reconstructie van een woning van zo'n 7000 jaar voor onze tijdrekening.

Dag17 - 22/7

Petra! Door Unesco op de lijst van de wereldwonderen gezet. We gaan er te voet naar toe, want de ingang van de site is vlakbij ons hotel. We vertrekken vroeg om de grote hitte en het grote volk wat voor te zijn. Gebouwd door de Nabateeërs, deel uitmakend van het Romeinse rijk en verlaten en vergeten tot het in 1812 door de Zwitser Burckhardt herontdekt werd. Veel weet men er eigenlijk niet over maar het is prachtig en mysterieus, want eigenlijk waren al deze gebouwen geen woningen of paleizen maar graftombes. Door een lange kloof die langsom smaller wordt, met goten en vergaarbekkens voor water, hier en daar nog resten van de Romeinse plaveien, nissen voor beelden en restanten van beelden uit de rotswand gekapt krijg je plots het zicht op het eerste bouwsel, de Khazneh of de Treasury. Het is het meest bekende monument van Petra, wellicht ook door het dramatische effect als je het te zien krijgt in de lichtgevende strip op het einde van de kloof.
  Onder de zonnestralen veranderen de rose-rode kleur van de rotsen voortdurend en daarenboven heeft de natuur in de rotsen nog eens kleurschakeringen aangebracht waardoor ze nog meer op geschilderde frescos lijken.
  Het theater werd gebouwd door de Romeinen en er konden 3000 mensen plaatsnemen. In de Byzantijnse tijd was er ook een kerkje, en daarvan kan men de mozaïken nog gaan zien. Een, uit de rotsen gehakte trap van 850 treden leidt naar het hoogst gelegen monument Al-Deir of het Klooster, zo genoemd omdat het wellicht in de Byzantijnse tijd door christenen gebruikt werd. Het is warm, het is hoog, het kost moeite en je zweet je te pletter, maar het loont echt wel de moeite! Als er mensen voor staan, zie je pas hoe immens groot dit gebouw wel is. Nog wat verder en hoger heb je een ongelooflijk zicht op de Wadi Araba.
  We lunchen in het plaatselijk restaurant en wandelen dan de lange weg terug naar het hotel, maar je kan ook een ezel-taxi nemen en dan gaat dat natuurlijk iets vlotter.

Dag 18 - 23/7

Vandaag rijden we door de Wadi Araba naar de Wadi Rum. Aan het Visitor's Centre wachten de 4x4 pick-up trucks waarmee we een tocht zullen maken in de Wadi Rum na de middag, als de grootste hitte wat voorbij is. Lawrence of Arabia vond hier de inspiratie voor zijn boek "Seven pillars of wisdom". Het bergmassief kreeg dezelfde naam. In het restaurant mag geen alcohol meer geschonken worden sinds kort en dus aperitieven we even er voor.
  Een tocht in de Wadi Rum is een belevenis. Het is niet een vallei maar een verzameling van verschillende valleien. De rode kleur van het zand, de grillige vormen van de rotsen geboetseerd door de wind en de kleur die door het zonlicht constant veranderd, de geweldige duinen. Dit is zoals men zich de woestijn in een romantische bui voorstelt. De Wadi Rum is de woonplaats van de bedouinen. Met 2 pick up trucks trekken we de woestijn in. Je kan hier dagen in doorbrengen maar wij hebben maar een paar uur ter beschikking. Er zijn enkele markante punten zoals de rotsbruggen Burdah en Um Frouth, maar eigenlijk kijk je gewoon constant je ogen uit. Er wordt verschillende keren gestopt om de stilte en de sfeer op te snuiven. Het tourisme heeft hier voor de lokale bedouien welstand gebracht en je ziet in het woestijn zand meer sporen van de 4x4's dan van dromedarissen.
  We maken een lange wandeling doorheen het mulle zand en langsheen de rotsen en hoge duinen naar de pick ups die ons opwachten. En dan zorgen de beide chauffeurs bedouinen voor een beetje extra sensatie en gaan met mekaar op de vuist, voor redenen die voor iedereen een mysterie zijn. Gelukkig is het op het einde van de trip en we stappen vlug in de respectievelijke trucks en we worden vliegensvlug terug gebracht naar het restaurant waar de tocht begon.
  We moeten vandaag nog naar Aqaba, maar voordien is er een traditionele bedouinenmaaltijd voorzien in een speciaal daarvoor gebouwd kamp. We eten "mansaaf" ofwel gekruid lam in yoghurt. Smaakt lekkerder dan het klinkt.
  We arriveren in Aqaba en checken in het Movenpick Aqaba hotel voor onze laatste nacht in Jordanië.

Dag 19 - 24/7

Een morgen aan het strand van Aqaba. 43º en 24º in het water. Na de middag een lange rit naar Amman voor het avondmaal in het Radisson SAS en dan naar de luchthaven voor de (zeer) late vlucht naar Frankfurt en Brussel.
  Einde van een fijne reis, met een klein, fijn gezelschap en een fijne reisleider. Heel fijn!